DEN HAAG - De rechtbank heeft een 52-jarige man veroordeeld voor bedreiging van Hugo de Jonge, voormalig demissionair minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit deed hij door in Heerhugowaard eind 2021 gedurende twee maanden e-mails te sturen met dreigende teksten. De rechtbank legt de man acht weken gevangenisstraf op waarvan zes weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 200 uur. Ook mag hij twee jaar geen contact opnemen met De Jonge en zijn gezin.


Bedreiging

De verdachte stuurde vorig jaar in de periode van 7 oktober tot 8 december zeventien e-mails aan De Jonge waarin de bedreigingen steeds heftiger werden. Hij betrok ook het gezin van De Jonge daarbij. Zo noemde de verdachte in een van de e-mails de namen van de echtgenote en de kinderen. Bij een andere e-mail plaatste hij een foto van de twee kinderen en een foto van zijn woning. De verdachte verklaarde dat hij deze e-mails stuurde omdat hij steeds bozer en gefrustreerder raakte over de verdergaande inperking van zijn vrijheden door de strikter wordende coronamaatregelen.

Oordeel rechtbank

De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat zijn bedreiging van de minister bijdroeg aan een klimaat waarin sommige politici zich uit angst beknot voelen in hun persoonlijke vrijheid, ook in hun privéleven. Dat de verdachte zijn afkeuring van het coronabeleid op deze manier tot een specifieke bewindspersoon heeft gericht, is volstrekt ongeoorloofd. In een democratische rechtsstaat is het van groot belang dat politici hun werk, dat per definitie in het openbaar plaatsvindt, zonder angst voor hun veiligheid kunnen verrichten. Uit de aangifte die de minister heeft gedaan, blijkt dat de e-mails een enorme impact hadden. De minister voelde zich ernstig bedreigd.

Volgens de reclassering toont de verdachte inzicht in de ontoelaatbaarheid van zijn handelen. Dat bleek volgens de rechtbank ook op zitting tijdens de behandeling van zijn zaak. De verdachte heeft een excuusbrief aan De Jonge geschreven. Daarnaast heeft de verdachte aangegeven dat hij graag hulp wil bij het vinden van de oorzaak voor het op deze manier uiten van zijn frustraties.

De rechtbank vindt het belangrijk dat de man aan de slag gaat om zijn gedrag te veranderen. Aan het voorwaardelijke deel van zijn celstraf heeft de rechtbank voorwaarden verbonden, onder andere dat hij in behandeling moet gaan voor gedragsverandering.