ROTTERDAM – De Nederlandse handbalsters hebben zich overtuigend geplaatst voor de halve finale van het WK. In een uitverkocht en sfeervol Rotterdam Ahoy werd Hongarije met 28-23 verslagen. De Heerhugowaardse Bo van Wetering werd opnieuw uitgeroepen tot ‘vrouw van de wedstrijd’.
Het is voor het eerst sinds de wereldtitel van 2019 in Japan dat Oranje weer tot de laatste vier doordringt op een WK. De afgelopen jaren strandde de ploeg steevast in de kwartfinales, onder meer op de Olympische Spelen van 2021 en 2024, het WK van 2023 en de EK’s van 2020, 2022 en 2024. Dankzij zes opeenvolgende overwinningen reisde Nederland echter met vertrouwen naar de kwartfinale.
In de openingsfase ging Hongarije nog mee tot 6-6, maar mede door drie snelle treffers van Van Wetering liep Oranje uit naar 10-6. Keepster Yara ten Holte groeide vervolgens in de wedstrijd met acht reddingen op zestien schoten, waardoor Nederland met een comfortabele 14-9 voorsprong ging rusten.
De Nederlandse internationals Housheer, Van Wetering, Malestein en Dulfer, die allemaal in de Hongaarse competitie spelen, hadden vooraf al gewaarschuwd voor de vechtlust van hun opponenten. Die waarschuwing bleek niet voor niets: Hongarije, derde op het laatste EK, begon furieus aan de tweede helft en bleef met fel, soms hard spel lang in de buurt. De agressie sloeg echter door bij captain Klujber, die rood kreeg nadat ze Van Wetering onderuit haalde.
Onder leiding van bondscoach Per Johansson Signell – en dankzij een serie krachtige schoten van Housheer – liep Nederland uit naar 23-15. Toch gaf Hongarije zich niet zomaar gewonnen, zeker niet nadat bij Oranje Dulfer rood zag. Pas toen de laatste minuut inging, moest de ploeg haar meerdere erkennen.
Van Wetering kwam tot vijf doelpunten en werd, net als eerder in de poulewedstrijd tegen Tunesië, verkozen tot vrouw van de wedstrijd. Oranje treft vrijdag in de halve finale Noorwegen, een van de grote favorieten voor de wereldtitel.

9.4 ℃










































