HEERHUGOWAARD - Nadat in 1631 de polder Heerhugowaard was drooggelegd, werd al snel de eerste weg aangelegd. Midden door de Heerhugowaard, met aan het eind een bocht richting de stad Alkmaar. Deze eerste weg, waar langs de allereerste boerderijen van Heerhugowaard werden gebouwd, kunnen we zien als het begin van wat ooit een stad zou worden waar 60.000 mensen met veel plezier wonen en werken. Archeologen brachten de geschiedenis van de eerste weg in kaart. Wat nu asfalt is, begon ooit met takken om natte voeten te voorkomen.

Vorig jaar maart hebben archeologen proefsleuven gegraven op het zuidelijk deel van de Middenweg, om te kijken of er sporen zouden zijn van de voorgangers van de huidige weg. Dat bleek inderdaad het geval. De archeologen hebben foto’s en tekeningen gemaakt waarop precies de lagen te zien zijn van het ontstaan van de huidige weg, die inmiddels bijna een meter hoger ligt dan de allereerste weg door de polder. Dit is allemaal vastgelegd in een rapport, waarin werd geadviseerd mom voor verder onderzoek op drie plekken te gaan graven, verdeeld over de Middenweg-Zuid.

Vroegste bebouwing
‘Die plekken hebben we zorgvuldig gekozen,’ vertelt Linda Verniers, van NMF Erfgoedadvies. ‘Het is steeds op een plek waar al van het begin af aan bebouwing was. Daar is de meeste kans op vondsten en sporen uit de zeventiende, achttiende en vroeg negentiende eeuw. Dan kun je denken aan bijvoorbeeld funderingsresten, erfscheidingen en gebruiksvoorwerpen.’ Het is één van die extreem warme dagen in juli als ik de archeologen opzoek bij de derde opgravingsplek, ter hoogte van Middenweg 6. Ook de aannemer is aanwezig, samen met één van zijn kraanmachinisten die op dat moment net een laagje grond afgraaft. Linda: ‘Deze kraanmachinist heeft al enige ervaring met archeologisch onderzoek. Dat is fijn, want in tegenstelling tot graafwerk bij bouwwerkzaamheden, ga je hier heel pietepeuterig te werk. Dit gaat in dunne plakjes, laagje voor laagje, zodat de archeologen kunnen zien of er sporen vrij komen.’ Rachel Brouwer, archeologe bij Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie uit Amersfoort, staat met een schop in haar handen in het gat, pal naast de schepbak van de graafmachine. Ze houdt haar ogen strak gericht op de grond. Als ze blijkbaar iets ziet wat wij nog niet zien, steekt ze haar hand op en de machinist zet de machine stil. Dan schraapt ze met haar schep nog een klein laagje zand weg.

Puin en scherven
‘Wat Rachel nu blootlegt, zijn de takjes die ooit de allereerste aanzet vormden tot een weg op deze plek,’ vertelt Linda. Op dat moment bukt Rachel om een scherf op te rapen en aan te reiken aan haar collega Josey Kerpentier. ‘De scherven die we hier vinden zijn vermoedelijk uit eind zeventiende, begin achttiende eeuw,’ vertelt Rachel later. ‘Waarschijnlijk zijn ze als versteviging gebruikt voor de weg. Dat was vroeger heel gebruikelijk. Het is bekend dat het hier destijds erg modderig was, dus men gebruikte behalve takken, ook puin en scherven, eigenlijk alles wat voorhanden was om gaten te dichten. De scherven worden nog nader onderzocht, maar we weten inmiddels wel van welke bomen de takken afkomstig waren. Dat waren elsen en essen, die stonden hier gewoon in de buurt.’Linda: ‘En het grappige was dat het gebruik van takkenbossen niet op alle drie de onderzochte plekken gelijk was. Op de middelste plek was de hele weg bedekt met takken, die haaks op de weg waren neergelegd. Hier hebben we ze slechts af en toe aangetroffen en op de meest noordelijke plek die we onderzochten, ter hoogte van Middenweg 18, lagen zelfs helemaal geen takken. Nu is het dus aan ons om daar een verklaring voor te zoeken. Had het bijvoorbeeld te maken met de natheid van die plek? Lag dat zuidelijke stuk wat dieper, waardoor dikkere takken nodig waren? Of zijn er in de loop der jaren gewoon ook takken verdwenen? Bij de uitwerking van het onderzoek, gaan we dan ook op zoek naar parallellen in rapporten van andere opgravingen van historische wegen waarbij ook takkenbossen gebruikt zijn.’

Bruggetjes
De plekken waar nu gegraven is, waren steeds recht onder de bestrating. Linda: ‘De opgangen naar de boerderijen vielen daar buiten. Dus we hebben nog geen resten kunnen vinden van fundamenten van bijvoorbeeld oude bruggetjes naar de huizen. Maar we hebben de aannemer gevraagd een oogje in het zeil te houden. Als straks alles opengelegd wordt en ze komen iets tegen, dan willen we dat graag bekijken en vastleggen.’

In de tijd dat de Middenweg nog bestond uit alleen een laag takken, kon ie overigens niet het hele jaar gebruikt worden. Linda: ‘Het was vooral een pad voor het droge seizoen, want in de winter stonden die takken alsnog onder water. Dan gingen de bewoners van de polder gewoon met een bootje over de sloten.”